Vestigingsklimaatverandering

Governance Radar

Chipfabrikant ASML heeft gedreigd om Nederland (deels) te verlaten. Baggeraar Boskalis verplaatst al een deel van de werkzaamheden van het hoofdkantoor naar Abu Dhabi. Ook andere multinationals maken zich zorgen over het verslechterende Nederlandse vestigingsklimaat. Wat moet politiek Den Haag doen om een exodus te voorkomen? EY formuleerde op basis van rondetafelgesprekken met topbestuurders en -commissarissen vorig najaar zes oplossingsrichtingen. En: wordt het tijd voor een regeringscommissaris Tech of Vestigingsklimaat?  

‘Asielaanvraag’ van bedrijven in het buitenland

Kunnen bedrijven ook ‘asiel’ aanvragen in het buitenland? Zeker. Bovendien zullen ze met open armen verwelkomd worden in het land van hun keuze. Sterker nog, er wordt zelfs aan ze getrokken door andere landen. Want welke regering wil er nu niet een goudgerand bedrijf als ASML (of andere ondernemingen uit de halfgeleiderindustrie, zoals NXP, ASM en Besi) binnen de landsgrenzen? Zulke bedrijven zijn immers goed voor de werkgelegenheid, de toeleverende industrie, belastinginkomsten en de innovatiekracht van de economie.

Versobering 30%-regeling

Bovendien kunnen de chipmachinefabrikant en andere bedrijven die overwegen om uit Nederland te ‘vluchten’ - zoals Boskalis - aantonen dat ze geldige redenen hebben om de lage landen te verlaten. Gewezen wordt bijvoorbeeld op de belasting op de inkoop van eigen aandelen en het versoberen van de expatregeling, ook wel de 30%-regeling genoemd. (In beide gevallen gaat het om maatregelen van de Tweede Kamer.) Bij de expatregeling hoeven werknemers uit het buitenland over maximaal 30% van hun loon geen belasting te betalen. En dat is belangrijk voor de buitenlandse werknemers van ASML, waar circa 120 nationaliteiten werken. Sinds 1 januari 2024 hangt de hoogte van het belastingvrije percentage af van de vraag hoe lang werknemers al gebruik hebben gemaakt van de regeling. (Overigens maken ook buitenlandse commissarissen die toezicht houden bij Nederlandse bedrijven gebruik van de 30%-regeling.)

Indammen stroom buitenlandse studenten

Een andere steen des aanstoots is het voornemen om de instroom van buitenlandse studenten te beperken, of om het Engels op de universiteiten en hogescholen terug te dringen. Voor ASML en andere in Nederland gevestigde techbedrijven zijn die internationale studenten juist een belangrijke kweekvijver voor talent. De bedrijven keren zich ook tegen de mogelijke afschaffing van de Innovatiebox (een stimulans voor innovatief onderzoek door ondernemers: alle winsten die worden behaald met innovatieve activiteiten vallen onder een vennootschapsbelastingtarief van slechts 9%). Verder storen ondernemers zich aan de politieke druk om de 20 miljard uit het Groeifonds aan te wenden voor andere bestemmingen dan het versterken van het duurzame verdienvermogen van de Nederlandse economie.

Politieke instabiliteit

En er is nóg meer onvrede in de Nederlandse boardrooms, zoals de bouwbeperkingen door de stikstofcrisis en het gebrek aan capaciteit op het elektriciteitsnetwerk. Maar het meest schuurt nog wel de onvoorspelbaarheid van het beleid van politiek Den Haag: 82% van de ondernemers is ontevreden over de betrouwbaarheid en stabiliteit van politiek en bestuur, zo blijkt uit de Nationale Peiling Ondernemingsklimaat 2024 van VNO-NCW en MKB-Nederland. Ook is bijna 60% er niet gerust op dat de verkiezingsuitslag leidt tot een werkbaar en stabiel kabinet. Verder maken bedrijven zich de meeste zorgen over de toenemende regeldruk (56%), het tekort aan personeel (52%) en – de al genoemde – belastingen (43%). Ook de polarisatie in de Nederlandse samenleving en geopolitieke spanningen baren ondernemers zorgen.

1 op de 5 ondernemingen overweegt vertrek

Die zorgen en onvrede hebben verstrekkende gevolgen. Door het verslechterende vestigingsklimaat vindt bijna de helft (44%) van de ondernemers Nederland geen aantrekkelijk land meer om in te ondernemen en overweegt bijna 20% een vertrek uit ons land. Een kwart van de ondernemers (26%) geeft aan de komende 12 maanden niet (meer) in Nederland te zullen investeren.

Taskforce Beethoven

Terug naar ASML. Ceo Peter Wennink en cfo Roger Dassen bezochten onlangs politiek Den Haag om de grieven en wensen op tafel te leggen bij minister-president Mark Rutte en Micky Adriaansens, minister van Economische Zaken, beiden demissionair. De ASML-delegatie in Den Haag had nog zwaarder kunnen zijn, als ook de president-commissaris mee was gegaan. Maar de chairman van ASML is een Deen: Nils Andersen, die tot vorig jaar ook chair was van Unilever en AkzoNobel. Rutte kwam de bezoekende bestuurders tegemoet: een taskforce met als codenaam Beethoven moet ASML en andere (chip)bedrijven voor Nederland helpen behouden. Waarom is gekozen voor de naam Beethoven, omdat de stemming in corporate Nederland in mineur is? Overigens is de persoonlijke bemoeienis van de demissionair premier geen garantie voor succes, zoals we destijds bij de dividendbelasting hebben kunnen zien. Uiteindelijk is Unilever toch naar het Verenigd Koningrijk vertrokken.

Zorgen in Nederlandse boardrooms

Afgelopen najaar organiseerde accountant- en adviesorganisatie EY rondetafeldiscussies met twintig ceo’s en cfo’s van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, grote familiebedrijven en semipublieke organisaties. Centraal stond de vraag: Hoe kunnen een robuust vestigingsklimaat en duurzame groei de positie van de Nederlandse economie en het bedrijfsleven versterken in een veranderende wereld?

Behorend tot de vijf meest concurrerende economieën ter wereld heeft Nederland binnen- en buitenlandse bedrijven nog steeds veel te bieden, stelden de topbestuurders tijdens de bijeenkomsten. Positieve punten: de internationale oriëntatie, de beschikbaarheid van talent met een hoog kennisniveau en het innovatievermogen. Maar de topbestuurders ventileerden óók de al hierboven genoemde zorgen die er in de Nederlandse boardrooms leven.

Visie, vertrouwen en voorspelbaarheid

Bovenaan de lijst zorgpunten stond het gebrek aan langetermijnvisie en oplossend vermogen bij de overheid. Een nieuw kabinet moet de hoeksteen van het Nederlandse vestigingsklimaat – visie, vertrouwen en voorspelbaarheid – versterken, aldus de C-suite bestuurders. De drie V’s vormen volgens hen een sine qua non voor de beslissing van (internationale) bedrijven en maatschappelijke organisaties om voor de lange termijn in ons land te investeren. Andere gedeelde zorgen: de stagnerende groei van ondernemingen door infrastructurele beperkingen, een ongelijk internationaal speelveld voor verduurzaming, een verslechterend belastingklimaat en de krappe arbeidsmarkt. Tijdens een aansluitende serie rondetafelbijeenkomsten van EY met commissarissen bleken deze zorgen ook bij de toezichthouders van Nederlandse topbedrijven te leven.

Zes oplossingsrichtingen

EY formuleerde op basis van de gesprekken met de top van het Nederlandse bedrijfsleven zes oplossingsrichtingen voor toekomstigbestendig en duurzaam vestigingsbeleid, om de BV Nederland nu én straks te laten floreren. Ze werden gepubliceerd in het manifest Hoe maken we Nederland samen beter?:  

  1. Formuleer een langetermijnvisie: waar wil Nederland over 25 jaar staan?
  2. Creëer een burning platform van overheid, bedrijfsleven en wetenschap.
  3. Investeer in de vitale infrastructuur.
  4. Creëer een gelijk speelveld, faciliteiten en randvoorwaarden voor verduurzaming.
  5. Hanteer een consistent fiscaal beleid en stimuleer (duurzame) innovatie.
  6. Zorg voor de instroom van voldoende hooggekwalificeerd talent op de arbeidsmarkt.

Versterk tech

De zes oplossingsoprichtingen vormen alvast waardevolle input voor taskforce Beethoven. Ze zijn mede gebaseerd op het EY Europe Attractiveness Survey 2023, waarin zes prioriteiten voor Europa worden geschetst om buitenlandse investeringen in de toekomst veilig te stellen. Eén zo’n prioriteit is: Versterk het vermogen van Europa voor het ontwikkelen van technologie én productie in alle sectoren.

Meer aandacht voor toekomstig verdienvermogen

Dat geldt natuurlijk ook voor Nederland en is een van de kernpunten in het vasthouden van ASML en andere chipbedrijven. Maar juist de aandacht voor tech (of liever gezegd het gebrek daaraan) blijkt ook een belangrijke steen des aanstoots voor de halfgeleiderindustrie. Zo toonde ASML-topman Wennink zich onlangs not amused over de geringe parlementaire vertegenwoordiging bij een technologiecongres van Techleap in Den Haag. Wennink, geciteerd in Het Financieele Dagblad: ‘Vijf van de zes Kamerleden die waren uitgenodigd, hebben zich vanochtend afgemeld. Dat zegt wel wat. Ik ben geïrriteerd. Want hier moet ook de politiek aanwezig zijn. Dit gaat over het toekomstige verdienvermogen van Nederland. Dit geeft wel aan hoe belangrijk men de staat van onze techsector vindt.’

Onorthodoxe maatregelen nodig

Bij taskforce Beethoven worden meerdere departementen betrokken en het aantrekken en koesteren van talent voor de Nederlandse economie zal een van de speerpunten zijn. Terwijl er in Den Haag wordt gekeken naar de mogelijkheid van een extraparlementair kabinet om uit de formatie-impasse  te komen, zijn er misschien óók onorthodoxe maatregelen nodig om te voorkomen dat Nederlandse bedrijven hun hoofdkantoor naar het buitenland verplaatsen, in navolging van Unilever, Shell en DSM-Firmenich – en dan met name de grote techspelers. Wellicht wordt het tijd voor de benoeming van een regeringscommissaris Tech, of breder, een regeringscommissaris Vestigingsklimaat om een exodus van ondernemingen te helpen voorkomen en de internationale concurrentiekracht van onze economie duurzaam veilig te stellen.

Klik hier voor de EY-publicatie Hoe maken we Nederland samen beter? Bestuurders over een toekomstbestendig vestigingsklimaat en duurzame groei in een dynamisch internationaal concurrentieveld.