Opletten, oppassen en opgestoken vingertje

Boekbespreking

In Handleiding voor de commissaris wordt op een wijze manier het waarschuwende vingertje opgestoken, zonder dat dit vervelend wordt. Wie oppassen en opletten combineert, kan ongeschonden veel plezier beleven aan een commissariaat, betoogt auteur en ervaringsdeskundige Arjen Paardekooper. Onze vaste recensent Jacques Gerards heeft het boek al ‘met plezier’ gelezen.

Als inleiding op zijn boek beschrijft mr. Arjen Paardekooper de ervaring die hij zelf opdeed bij het aanvaarden van een commissariaat. Al na twee maanden stapte de bestuurder op, een maand daarna werd door de commissarissen surseance aangevraagd en een maand daarna was het bedrijf failliet. Er volgde een enquêteprocedure, waar de auteur goed uit kwam dankzij zijn zorgvuldigheid.

Van zo’n ervaring kan geleerd worden, want eerst gedacht en dan gedaan, geldt zeker voor het aanvaarden van een commissariaat. Daarmee opent het boek dan ook, waarna de wettelijke context van benoeming, taken en plichten uit de doeken wordt gedaan. Vervolgens komen de beloning en voorwaarden van de commissaris, het maximum aantal commissariaten en de verzekering langs. Het tweede deel van het boek focust op het werk van de commissaris. De aspecten die besproken worden zijn de relatie met het bestuur en de andere commissarissen, de schorsing en ontslag van een bestuurder of een commissaris, de dagelijkse praktijk, het vergaderen en de bedrijfsbezoeken. Het daaropvolgende hoofdstuk zoomt in op governance en ethiek. Vervolgd wordt met drie hoofdstukken over het voorkomen van aansprakelijkheid, de aansprakelijkheidspositie van de commissaris en de specifieke rollen van de uitvoerende en van de niet-uitvoerende commissaris in de one-tier board. Als afsluitend hoofdstuk fungeert een checklist commissaris, die bruikbaar is voor de eerste voorbereiding van een aspirant-commissaris.

Sterk punt

Sterk punt van het boek zijn de juridische aspecten die deugdelijk uit de doeken worden gedaan. Sommige praktijktips komen wat minder uit de verf. De ethiek moet het doen met een verwijzing naar Winston Churchill en één zin: ethiek kun je niet leren, daar moet je mee geboren zijn. Daar zijn onder andere aan de hand van diverse déconfitures wel wat verdergaande ideeën en bruikbare tips aan commissarissen voor aan te reiken. Ook de corporate governance wordt vooral door de beknoptheid wat mager uitgewerkt. In het boek wordt in zijn totaliteit op een wijze manier het waarschuwende vingertje opgestoken, zodat dit niet vervelend wordt. De kans op ongeschonden functioneren als commissaris of toezichthouder neemt door lezing toe. Het plezier beleven, zo is mijn ervaring, komt vooral als je vaststelt dat je bijdrage aan de onderneming of maatschappelijke organisatie hout snijdt.

Oppassen en opletten

De kern van de boodschap van deze handleiding is in twee begrippen te vatten: oppassen en opletten. Het oppassen richt zich op de (kandidaat-)commissaris zelf, zijn eigen gedrag en keuzes. En het opletten op dat van anderen (bestuurder, medecommissarissen) en op de beschikbare informatie. De handleiding wil daarbij een handreiking zijn. Het ‘ongeschonden’ staat er in de ondertitel niet voor niets in combinatie ‘met plezier’. Het oppassen en opletten begint eigenlijk al voorafgaand aan het moment dat iemand besluit te gaan solliciteren, gevraagd wordt te solliciteren of gevraagd wordt een commissariaat te aanvaarden. Zoals de auteur dus zelf aan den lijve heeft ondervonden.

Handleiding voor de commissaris is onder meer hier te bestellen.