‘Wereldwijde economie is weer nationaal geworden'

Hugo Reumkens over de “Nike Swoosh” en de gevolgen van corona
Interview

Het ongekende niveau van grensoverschrijdende investeringsstromen van de laatste tien jaren is voorbij, stelt Hugo Reumkens van Van Doorne. Alle steunmaatregelen zijn nationaal, terwijl bijna alle ondernemingen internationaal werken. Dat gaat voor spanning zorgen. Geen V- of W-curve maar een Nike Swoosh: diepe val en langzame groei. En: ‘Ik vrees dat het “samen lossen we het op” van de beginfase, omslaat in verscherpte tegenstellingen.’

Hoe is het bij Van Doorne?

‘Er komen heel veel - nieuwe - juridische vragen op ons af. Wat zijn contracten met het buitenland nog waard? Wat te doen met leveringsafspraken, claims, afnemers die op omvallen staan…? Juridisch gezien zijn het interessante tijden. Investeerders met diepe zakken die willen helpen in financiële nood. Maar wat voor een voorwaarden stellen zij? Als advocaat moet je in deze periode een trusted-advisor zijn. De vraag achter de vraag snappen, want elke juridische vraag komt voort uit een strategisch of commercieel probleem. Voor ons eigen kantoor geldt: thuiswerken, gaat buitengewoon goed. We houden een community van 100 jaar levend door veel fysiek of virtueel met elkaar af te spreken, Van Doorne thuiswerktruien en borrelpakketten te sturen, et cetera. Het Van Doorne-familiegevoel. Daarvoor moet je wel met elkaar in gesprek blijven en elkaar zien. We moeten zorgen dat we onze gedeelde waarden blijven behouden. Dat vergt aandacht en onderhoud. Ook in het toezicht. Veel kan online, maar bij echte issues zijn vertrouwen en non-verbale communicatie belangrijk. Dat bereik je niet altijd via Zoom.’

Je bent ook zelf toezichthouder. Extra druk geweest?

‘Als toezichthouder was ik zelf drukker dan normaal. Bij AMG werd tot onze verrassing een aanpassing voor bestuurdersbeloning niet overgenomen door de aandeelhouders. AMG is een beursgenoteerde onderneming en een producent van metallurgische producten en systemen, die vooral in de transportsector en bij infrastructuur worden gebruikt. En ik was ook druk als toezichthouder bij Tilburg University. Een lege campus in Brabant, het hart van de COVID-19 crisis, digitaal lesgeven, kijken of buitenlandse studeren in september weer kunnen komen. Ik heb me niet verveeld in de afgelopen maanden.’

Wat valt je op bij de COVID-verhalen van klanten?

‘Het heeft me verbaasd hoe slecht bedrijven gefinancierd zijn. Hoe snel ze in de problemen kwamen. Liquiditeit is echt een issue, ondanks de overheidssteun. En bedrijven die al slecht georganiseerd waren, hebben het extra moeilijk. Als het water in de gracht van Amsterdam zakt, komen de wrakken bovendrijven. Als je, zoals Booking deed, alleen maar dividend afroomt, heb je geen vet op de botten. Het verschil tussen goede en minder goede bedrijven wordt erg duidelijk. Vooral retail gaat het heel moeilijk krijgen. Wat ook opvalt, is dat heel veel Nederlandse bedrijven internationaal werken, maar dat alle steunmaatregelen nationaal zijn. Grenzen worden weer gesloten op plaatsen waar ze dat niet meer waren sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Grensoverschrijdende instellingen vechten voor hun bestaansrecht en hebben moeite met het inzichtelijk maken van hun toegevoegde waarde. In de EU worden reddingsmaatregelen ontworpen door een coalitie van staatshoofden van bepaalde lidstaten, maar niet door Brussel. Deze constateringen bevestigen het belang van sterke wortels in de lokale economie en de regionale en nationale politiek. Het Rijnlandse model wordt weer afgestoft: verbindingen met de overheid, netwerken in de industrie, klantrelaties met belangrijke lokale bedrijven, zijn van grote waarde. De pandemie heeft eens te meer aangetoond dat er behoefte is aan goede regionale en nationale relaties. Qua herstel verwacht ik geen V- of W-curve maar meer het logo van Nike: snelle val en langzaam herstel. Een Nike Swoosh. De overheidsschuld zal uiteindelijk moeten worden terugbetaald. De politiek zal dit proberen op te lossen door de rijke internationale multinationals extra te belasten. Maar als dat gebeurt, dan zal het economisch herstel nog meer in de kiem worden gesmoord.’

Zal er op zeker moment een schuldvraag komen? Familie die naasten verloren hebben door gebrek aan persoonlijke beschermingsmiddelen en willen claimen? Vastgoed van verzorgingshuizen dat nu leegstaat omdat er geen nieuwe bewoners komen. Zal dat directies en toezicht (en de politiek) aangerekend gaan worden? Moeten bestuurders zich zorgen maken of ze wel goed toezicht hebben gehouden?

‘Ik verwacht niet dat toezichthouders heel snel in de problemen komen, maar opvallend is dat inmiddels in het Italiaanse Bergamo nabestaanden van coronapatiënten willen dat het Openbaar Ministerie onderzoekt of er fouten zijn gemaakt die tot de dood van hun familieleden hebben geleid. Dat gaan wij onherroepelijk ook in Nederland krijgen. Er was bovendien niet alleen veel leed en verdriet, maar ook veel materiële schade. Regeren is vooruitzien, maar het kabinet koerste op zicht, net als veel bestuurders en toezichthouders. Dat betekent ook dat er inschattingsfouten zijn gemaakt. Het “samen” van het begin, zal langzaam wegebben. De verhoudingen zullen zeker scherper worden en juridiseren.’

Er dreigen veel faillissementen. In deze tijd kun je ook slim gebruikmaken van de aangepaste faillissementswet?

‘Op het moment dat de rechtspersoon daadwerkelijk in ernstig zwaar weer verkeert, zullen bestuur en raad van commissarissen alert moeten zijn op de belangen van crediteuren. In het verleden zou in deze situaties uiteindelijk een vrijwillig faillissement in zicht kunnen komen (hoewel de aanvraag daartoe als regel niet bij het bestuur of de raad van commissarissen ligt). Intussen heeft het faillissementsrecht zich echter verder ontwikkeld en is vooral de voorfase belangrijker geworden. Het is niet langer continuïteit of faillissement, maar eerder een glijdende schaal waarbij continuïteit verloopt naar preventieve herstructurering en naar faillissement als ultimum remedium. Bestuur en raad van commissarissen zullen eerst de beschikbare minder verstrekkende herstructureringsmechanismen moeten verkennen vooraleer zij naar faillissement (of, wat in de praktijk neerkomt op vertraagd faillissement, surseance) grijpen.’

Welke extra aandacht vergt deze tijd van commissarissen?

‘Omdat in deze situatie bestuursbesluiten soms op zeer korte termijn genomen moeten worden, is het van belang voor commissarissen dat zij niet te veel after the fact betrokken worden bij de besluitvorming. Zij mogen hun adviestaak niet laten verslappen enkel omdat het bestuur snel wil handelen. Het is om deze reden van belang om een eventueel informatieprotocol te herzien en, waar een dergelijk protocol nog niet bestond, afspraken te maken met het bestuur over het moment en de wijze waarop de raad van commissarissen geïnformeerd zal worden. Denk bovendien aan fasering in de uitvoering van besluiten, zodat desgewenst tijdig kan worden ingegrepen en bijgestuurd.'

Je waarschuwt voor de gevolgen van digitalisering.

‘Voor veel bedrijven heeft corona geleid tot een razendsnelle digitalisering van een belangrijk deel van de werkzaamheden. Deze plotselinge overgang is niet zonder zorg. De digitalisering bergt risico in zich op bijvoorbeeld het gebied van de bescherming van persoonsgegevens. Bestuurders en commissarissen zullen ervoor moeten zorgen dat de onderneming binnen de grenzen van de AVG blijft. In een later stadium van de pandemie kan het ook nog gebeuren dat meer bedrijven zelf hun personeel gaan testen. Dat biedt voordelen, maar impliceert in veel gevallen ook de verwerking van gezondheidsgegevens. Die verwerking is niet toegestaan zonder dat daarvoor toestemming is verleend door de persoon in kwestie. Naast deze privacy-problematiek brengt een vergrote digitalisering ook vergrote risico’s met zich op het gebied van cybersecurity. Hoe meer verkeer via internet verloopt, hoe meer risico bestaat dat op systemen van de onderneming wordt ingebroken.’

Kort geleden was een hoogleraar Algemene Rechtswetenschap uit Groningen in het nieuws omdat hij mensen opriep vooral hun boetes vanwege samenscholing niet te betalen, omdat – als een en ander bij de rechter zou belanden – vrijspraak toch wel zou volgen. Hoe kijk jij daar als jurist naar?

‘De strafrechtelijke ins en outs van die soort gevallen ken ik niet, maar je zou eenzelfde gedachte kunnen krijgen bij ondernemingen. Daarbij kan gewezen worden op het feit dat de regering tot nu toe alleen van noodverordeningen gebruik maakt en dat dit bekritiseerd is omdat een inperking van grondrechten een wettelijke basis behoeft. Het zou als bestuur/RvC echter wel riskant zijn om vanwege dit soort redenen ervoor te kiezen coronamaatregelen niet in acht te nemen. Niet alleen omdat dit uiteindelijk toch kan resulteren in handelen in strijd met de wet, maar ook omdat dit in algemene zin gevaarzettend is. Er zijn meer gronden dan alleen schending van de noodverordeningen waarop onrechtmatigheid gebaseerd kan worden. Kortom, bestuurders en commissarissen moeten verhalen als die van de genoemde hoogleraar met een korrel zout nemen en niet in de val trappen dat waar een specifieke regel misschien niet geldt, zij daarmee immuun zijn voor open normen.’

Wat doe je in de top van het bedrijf met demonstraties zoals Black Lives Matter? Moet je personeelsbestand op de schop en wat doe je met een topman (zoals die van Crossfit) als die op Twitter uit de bocht vliegt?

‘Diversiteit is uitermate belangrijk, niet alleen voor de topposities want het gaat uiteindelijk om de gehele werkvloer. De boardroom kan zich niet verschuilen achter het argument “we zijn al divers, want we letten goed op de man/vrouw verhouding”. BLM toont aan dat diversiteit breder is en dat het kortzichtig is om je blind te staren op man/vrouw verhouding, hoe belangrijk die discussie ook is. Geen enkel bedrijf kan zich volledig veilig wanen voor topmannen die uit de bocht vliegen, zelfs in het geval dat het vooral business-to-business opereert (en dus weinig exposure heeft naar klanten/het bredere publiek). De ondernemingen die een dergelijke exposure wel hebben, zullen namelijk onder druk komen te staan om hun supply chain "op orde" te brengen. Een online uitlating kan met andere woorden een rimpeleffect hebben dat veel verdergaat dan de direct betrokken onderneming. Het is dus belangrijk te letten op het gehele ecosysteem, op alle betrokkenen bij een onderneming. Dat betekent niet per se het direct verbreken van alle relaties - alleen al omdat dat commercieel niet haalbaar is - maar wel dat ondernemingen moeten beseffen dat zij kunnen deelnemen aan de discussie hierover. Inmiddels is wel duidelijk dat de COVID-19-crisis een goede voedingsbodem heeft gelegd voor bedrijven met een stevige maatschappelijke geworteldheid.’