Staat belangenverstrengeling bij u al op de agenda?

Integriteit
Governancecode vraagt eigen standpunt raad van toezicht

Raden van toezicht van zorgorganisaties geven geen of slechts zeer beperkt invulling aan een eigen visie op het begrip belangenverstrengeling, zo blijkt uit onderzoek onder NVTZ-leden. Tiny Winter, financieel toezichthouder bij de Nederlandse Zorgautoriteit, doet suggesties voor verbetering.   

De Governancecode Zorg is principle-based: geen concrete verboden en geboden. Raden van toezicht van zorgorganisaties moeten een eigen invulling aan de algemene principes geven. Dat biedt ruimte voor maatwerk, maar vraagt ook om actie, zoals bij het voorkomen van belangenverstrengeling. In de praktijk blijkt dat moeilijk te zijn. De NVTZ (de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn) krijgt hierover veel vragen van leden. Dat was reden voor een onderzoek.

Geen gezamenlijk beeld van belangenverstrengeling

Uit het onderzoek komt naar voren dat raden van toezicht nog geen of slechts een zeer beperkte invulling hebben gegeven aan een eigen visie op het begrip belangenverstrengeling. Leden hebben vaak wel een beeld wat ze onder belangenverstrengeling verstaan, maar dat beeld blijkt individueel van aard te zijn. Uit interviews komen grote verschillen naar voren. De ene toezichthouder vindt bijvoorbeeld geen enkele nevenfunctie in dezelfde sector acceptabel, terwijl de ander de grens pas legt bij commerciële nevenfuncties. Zonder het gesprek hierover aan te gaan in de raad van toezicht, komt er geen gezamenlijk beeld tot stand.

Concrete afspraken maken

De bedoeling van de code is ruimte geven voor een op de organisatie toegesneden specifieke invulling. Maar de bedoeling is ook om op basis daarvan concrete afspraken te maken, deze vast te leggen in de reglementen en natuurlijk vooral om uitvoering te geven aan die afspraken. Belanghebbenden bij de organisatie kunnen er op die manier op vertrouwen dat er maatregelen worden genomen ter voorkoming van belangenverstrengeling. Zonder het debat en de afspraken blijft het bij de individuele afwegingen. Die kennen we niet van elkaar en dat geeft geen inzicht of de juiste keuzes voor de organisatie zijn gemaakt.

Leren van andere sectoren

Een vergelijking met de woningcorporatiesector ligt voor de hand. Omdat een aantal corporaties in de problemen is gekomen, zijn de regels flink aangescherpt. Dat wordt zichtbaar in de governancecode voor deze sector. Die biedt veel minder ruimte voor eigen invulling dan de code voor de zorg. De woningwet legt diverse verboden en geboden hard op. Ook de governancecodes van de andere semipublieke sectoren zijn meer specifiek. Ter voorkoming van belangenverstrengeling worden bijvoorbeeld diverse nevenfuncties concreet uitgesloten. Dat schept meer duidelijkheid.

Gesprek met elkaar aangaan

Gezien de beperkte invulling door de sector zelf ligt een aanpassing van de code voor hand. Door deze meer rule-based te maken, met name met een aantal uitsluitingen, kunnen we een stuk van de leemte wegnemen. Zo is de uitsluiting van bestuurlijke dubbelfuncties en de uitsluiting van zakelijke belangen in andere sectoren beter geregeld. We kunnen de codes van die semipublieke sectoren als voorbeeld nemen. Zelfs met het overnemen van diverse bepalingen van die codes blijft er nog genoeg ruimte over voor specifieke, eigen afspraken. En zolang specifieke afspraken nog ontbreken is er dan in ieder geval alvast een generieke basis gelegd. Daarnaast blijft het nodig om die specifieke afspraken te maken, rekening houdend met de situatie van de eigen organisatie. Hiervoor is het aangaan van het gesprek in de raad van toezicht noodzakelijk, want de essentie is om samen afspraken te maken. Externe begeleiding inhuren kan hierbij behulpzaam zijn, want het onderwerp is complex.

Toetsing op naleving

Hoe we ervoor kunnen zorgen dat de code ook echt wordt opgevolgd, kunnen we leren uit de literatuur over belangenverstrengeling. Daaruit blijkt dat er nog een extra stap nodig is om te zorgen voor de naleving van de code. Naleving vraagt namelijk om checks and balances in het continue proces van toezicht houden. Die kunnen in dit geval gevonden worden in het regelmatig evalueren en vastleggen van de afspraken in het reglement van de raad van toezicht. Door vervolgens het reglement te publiceren op de website kunnen alle belanghebbenden kennisnemen van de gemaakte afspraken om belangenverstrengeling te  voorkomen. Als een belanghebbende van mening is dat de raad van toezicht deze afspraken niet naleeft, dan de raad daarop aangesproken worden. Mocht dit niet tot een bevredigende oplossing leiden, dan kan zelfs een verzoek tot toetsing van de naleving van de code voorgelegd worden aan de governancecommissie van de partijen die zich hebben verenigd in BoZ (vereniging Brancheorganisaties Zorg). Deelname aan deze geschillencommissie is - net als nakoming van de governancecode - een lidmaatschapsverplichting van de brancheorganisaties in de zorg. Dat is het sluitstuk van de governancecode voor de zorg.

Haast geboden

Herinnert u zich nog dat de zorgsector in 2014 uitgebreid in de politieke belangstelling heeft gestaan? De toenmalige minister was voornemens wetgeving uit te vaardigen op het gebied van goed bestuur, maar heeft daar ‘voorlopig’ van afgezien, zo schreef zij in januari 2015 aan de Tweede Kamer. Dat deed ze in de verwachting dat de door de sector zelf ontwikkelde veldnormen in de governancecode een effectief middel zouden blijken te zijn. Het is dan wel van belang dat de ‘vrijblijvendheid’ van de normen wordt verkleind, zo stelde ze. Drie jaar later zien we dat de naleving van de code nog ver achterblijft en de code zelf eigenlijk inherent vrijblijvend is. Willen we dat de huidige minister alsnog met wetgeving komt?

Het onderzoeksrapport, waarin nog meer bevinden en aanbevelingen zijn opgenomen, kan hier worden opgevraagd bij de NVTZ.

Het onderzoek is uitgevoerd door Tiny Winter in het kader van de postgraduate studie Compliance en integriteit management aan de VU in Amsterdam. Tiny Winter is sinds juni 2018 financieel toezichthouder bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).