‘Je haalt uit toezicht wat je er zelf in stopt’

Hans van der Molen nieuwe toezichthouder Centrum Criminaliteitspreventie en Veiligheid
Interview

Disrupties als corona en versnelde digitalisering zorgen ervoor dat toezicht steeds dichter op het bestuur zal kruipen, voorspelt Berenschot-topman en verse CCV-toezichthouder Hans van der Molen. Als een harmonica moet toezicht zich als adviseur bemoeien met het bestuur, maar ook weer afstand nemen. ‘Maar de harmonica zal wel steeds minder ver uitrekken.' Over de zoektocht naar de rol van de ‘betrokken commissaris’ en de nieuwe toezichtfunctie van Hans van der Molen: ‘Ik wil CCV uitdagen nog meer in het private domein te doen.’

Eerst maar eens de disruptie van dit moment: corona. Hoe laveert u Berenschot door deze periode en hoe kan de raad van commissarissen van Berenschot u daarbij assisteren? 

‘We houden ons als Berenschot goed staande. In de eerste coronagolf begin dit jaar, zagen we een omzetverlies van zo’n tien procent. Dat herstelde in de zomer en nu in de tweede golf zien we weer een soortgelijk verlies als in het voorjaar. Het helpt Berenschot dat we veel in het openbaar bestuur actief zijn. De overheid investeert Keynesiaans en dus zijn er best veel opdrachten die nu naar voren worden gehaald. We hebben de NOW 2 en 3 ook niet aangevraagd.Berenschot heeft een qua expertise breed samengestelde rvc. Elk lid weet op onderdelen meer dan ik. In de rvc zit bijvoorbeeld een strategie-expert die bij McKinsey heeft gewerkt. Zij heeft actief meegekeken tijdens corona of onze strategie toekomst bestendig is. Als expert kijkt zij ook mee bij andere organisaties die het moeilijk hebben en een ander crisisrepertoire hanteren. Het is nuttig die ervaringen tot je te nemen als bestuur. Het zijn toch andere – next level – gesprekken dan die je hebt met je eigen MT. Tijdens de eerste golf hebben we tweewekelijks contact gehad met de gehele raad. We hebben nu stappen gezet die we –zonder rvc-gesprekken - anders denk ik niet hadden gemaakt. Ik vraag de rvc ook actief om advies en betrek ze. Ik ben meer van het gevraagde dan van het ongevraagde advies. Ik daag de raad uit met vragen. Je haalt uit toezicht wat je er zelf in stopt. Eigenlijk geldt dat voor alle relaties. We hadden als Berenschot een ingewikkeld issue op de Caraïben. Ik heb –omdat ik zelf geen jurist ben - in het hele proces onze voorzitter én jurist uit de rvc erbij betrokken. Dat helpt enorm in besluitvorming.’

U zit ook aan de andere kant van de tafel. Als chairman van de supervisory board bij Van Spaandonck en recent bent u benoemd tot voorzitter raad van toezicht bij CCV. Is het belangrijk om, als toch al drukke bestuursvoorzitter, elders toezichtfuncties te hebben? 

‘Van huis uit ben ik adviseur. Dan heb je vooral een niet-formele rol. Je probeert als adviseur met kracht argumenten te brengen hoe iets anders kan. Nu zit ik als bestuursvoorzitter in een veel verantwoordelijker en formelere rol. Als toezichthouder heb je een formele rol zonder dagelijkse betrokkenheid. Al die rollen passen me en ik leer van anderen. Het cliché is waar. Een bestuurder is soms best eenzaam en het is nuttig om bij anderen te kijken hoe zij iets aanpakken’

Wat kunt u als nieuwe voorzitter raad van toezicht, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) bieden? 

‘Het CCV is een brede adviesorganisatie waarbij de focus op preventie ligt. Van corona-aanpak tot winkeldiefstal. Ze zijn van huis uit sterk in het publieke domein. Ik denk dat ik ze kan helpen om bedrijfsleven verder te ontginnen. Dat is meer business development. Een voorbeeld. Bij het CCV weten ze veel van cybercrime. Met name het middenbedrijf denkt vaak: ach, met een beetje firewall moet het wel lukken. De kennis en middelen ontbreken om een goed cyberbeleid te hanteren. Daar kan het CCV bij helpen, en ik kan weer het CCV helpen om die business te ontwikkelen.’

Berenschot zit ook in het publieke domein. Is de toezichthoudende rol te verenigen met het belang van Berenschot. 

‘Die rollen moet je natuurlijk goed scheiden. Daar hebben we het ook uitvoerig over gehad. Maar het CCV zit echt in andere opdrachten dan Berenschot. Veiligheid en preventie is een breed gebied en de twee organisaties komen elkaar in het veld niet tegen. Het is wel een goede gelegenheid om mijn netwerk en kennis van deze wereld te vergroten. Ik zit er in een raad met onder meer burgemeesters, een OVJ, een plaatsvervangend korpschef en de directeur van MKB Nederland. Overigens denk ik dat je het als bestuursvoorzitter ook moet laten bij twee à drie commissariaten. Een voorzitterschap zoals ik vertolk bij Berenschot vergt genoeg tijd. Voor de functie bij CCV werd ik getipt door het Nationaal Register. Ik heb gekeken en vond dat het bij me paste. Voor de rest heb ik er een gewone sollicitatieprocedure voor gevolgd. Het CCV kost me drie vergaderingen en wat extra sessies per jaar.’

Technologie en ook een pandemie zoals corona zorgen voor turbulente tijden. Disruptie domineert. Hoe denkt u dat toezicht daardoor het komende decennium gaat veranderen? 

‘Ik denk dat de afstand tussen directie en toezicht zich gaat verkleinen. Dat zie je nu al gebeuren. Meer onzekerheid en meer risico’s zullen bestuur en toezicht naar elkaar toedrijven. We zien steeds meer de “betrokken” commissaris. In het komende decennium moeten we gaan zoeken hoe we een goede invulling aan die rol kunnen blijven gaan geven. Dat zal per organisatie anders zijn. Ook juridisch zie je dat toezichthouden geen erebaan is, maar een functie met verantwoordelijkheden. Het is niet vrijblijvend meer. Advies kan ook de rol van toezicht versterken, zonder dat we nu directies direct met handen en voeten gaan vastnagelen. Zie het als een harmonica waarbij directie en toezicht soms naar elkaar toe trekken en soms op meer afstand zijn. Alleen zal de harmonica steeds minder ver gaan uitrekken. Zelf denk ik dat toezichthoudende organen juist in deze disruptieve tijd, van meerwaarde kunnen zijn. Gebruik toezichthouders om de strategie van de komende vijf jaar nog eens tegen het licht te houden. Gebruik toezicht om te navigeren naar een gezonde toekomst. Het was een beetje uit de mode geraakt om toezicht mee te laten denken over strategie. Maar deze disruptieve tijd maakt het soms nodig om vanuit een “greenfield” een nieuwe koers te bepalen. Daar kan toezicht zeker een rol in vervullen.’

==

Voor meer informatie over Hans van der Molen en/of direct contact: kijk hier.