‘Het is compact en intensief’

Toezichthouder in de zorg Gabriëlle Verbeek, over toezicht in coronatijden:
Interview

Gabriëlle Verbeek is toezichthouder Kwaliteit en Veiligheid bij twee zorginstellingen voor ouderen en bij een GGZ-instelling. In de eerste fase van de coronacrisis was het vanuit de raad van toezicht actiever dan gebruikelijk anticiperen op de komst van corona. In de huidige fase is het meer op afstand monitoren. Toch is Gabriëlle Verbeek ook al met de volgende fase bezig. Hoe komt de zorg uit deze coronacrisis? Verbeek: ‘Corona zorgt voor een schokgolf. Het zorglandschap kan er totaal anders uit gaan zien.Het is niet alleen toezicht op de crisis, ook helikopteren voor de toekomst.’

Hoe ziet toezichthouden in coronatijden er uit?‘Ik ben van origine geneeskundige en bedrijfskundige. Ooit heb ik me verdiept in de Spaanse Griep. Erg interessant, want veel ontwikkelingen van toen zie je nu terug. Toen er in Wuhan een uitbraak ontstond die al snel over de landgrenzen ging, gingen bij mij snel alarmbellen af en ben ik ook gaan schakelen met medetoezichthouders en bestuurders van de zorginstellingen waar ik actief ben. In de Commissie Kwaliteit heb ik ook mijn zorg geuit over het virus en gevraagd om een actueel crisisplan. Ik hield de cijfers over ziekte en sterfte bij vanuit Azië richting Europa en zag de breakdown van de zorg in Italië. Ik was er als toezichthouder alert op zodat wij daarvan zouden leren. Ik vind het zinvol om zorgexpertise te hebben in een raad van toezicht. Ik sprak in het begin van de crisis ook toezichthouders zonder zorgervaring die dachten: ach, het is een maar zwaar griepje. Met mijn achtergrond wist ik dat dit helaas anders kon worden. Ik zie diverse fases in toezicht in corona tijden. We begonnen met een periode waarin je nog niet veel gevallen had in Nederland, maar het juist alle hens aan dek was ter wille van voorbereiding. We zijn niet letterlijk op de stoel van de besturing gaan zitten, maar veel meer dan gebruikelijk hebben we wel input geven en zijn proactief gaan vragen om voorbereiding en visie op wat er aan stond te komen. In de fase waarin we nu zitten, is het meer klankborden op afstand. Tegelijkertijd moet je –ook als toezicht- aan de toekomst denken: hoe komen we hier als zorg uit.’

Qua fase 1: altijd een dilemma. Stuur je mee of blijf je op afstand als toezichthouder. Dat is nu helemaal een lastig dilemma?‘In deze fase en in deze crisis stuurt niemand meer alleen. Ook raden van bestuur zitten nu in allerlei netwerken waarin iedereen met iedereen samenwerkt. RIVM en GHOR en andere partijen geven de richtlijnen. Ook voor de raden van bestuur is het nu een andere werkelijkheid geworden. Natuurlijk moet je als toezichthouder op afstand blijven, maar ik merk ook dat bestuurders het fijn vinden om te kunnen klankborden en steun te ervaren voor ingrijpende beslissingen. Het is voor iedereen nieuw.’

Is in deze fase toezicht anders?‘Ik ben typisch iemand die graag op de werkvloer komt. Kijken wat daar gebeurt. Face-to-face gesprekken voert. Dat is nu onmogelijk. We video-vergaderen en alles gaat zo’n beetje digitaal. Daarmee mis ik een beetje het gevoel van wat er echt gebeurt op de werkvloer met mensen en cliënten. Het is nu veel meer monitoren, met bestuurders in gesprek zijn en knelpunten bespreken. We worden één keer per week als toezicht door het bestuur bijgepraat. Voor de rest komt er allerlei informatie naar ons toe over aantallen gevallen en gevolgen voor personeel en organisatie. Of dat genoeg is? Bestuurders moeten ook gewoon hun werk kunnen doen. Je moet zeker niet in de weg gaan lopen. Instanties als RIVM en GGD scheppen ook duidelijkheid. Ik merk ook dat we als toezichthouders nu weer minder adviseren en terughoudender zijn. Niet te veel en niet te weinig aanwezig zijn. Vinger aan de pols houden. ’

Kost toezicht houden in deze periode veel meer tijd dan gebruikelijk?‘Het is heel anders. Omdat je alles vanuit huis doet, ben je geen reistijd meer kwijt. Vergaderingen gaan een stuk sneller en werkbezoeken leg je niet meer af omdat wij geen rol mogen spelen in de besmetting van de ene naar de andere plek. Je komt met het toezicht tot de kern. Het toezicht nu is wel heel compact en intensief. En het duurt nog lang. Het is geen sprint maar een marathon. We zijn heel alert, ook op afstand’

Heb je in deze crisisperiode als toezicht ook nog tijd voor de daily business. Cijfers, begroten… etc.‘We volgen nu met name de actualiteit, maar wel met een oog naar de toekomst. Ik voorzie dat deze crisis een schokgolf in de zorg gaat opleveren. De zorg zal er na deze crisis anders uitzien. En dus ja; we moeten ons meer dan ooit met zaken bezig houden die in zekere zin los staan van de coronacrisis.’

Waar moeten we dan aan denken, qua schokgolf en qua ander zorglandschap?‘We lopen bijvoorbeeld in de GGZ nu momenteel geweldige financiële risico’s. De GGZ wordt deels gefinancierd vanuit de WMO. Draai je productie, krijg je geld. Draai je geen productie, krijg je niks. De productie is nu door de crisis veel lager. Ook in de ouderenzorg dreigen financiële problemen. Mensen overlijden, plekken worden niet opgevuld. Oudere mensen blijven langer thuis wonen omdat de zorginstellingen nu minder veilig worden geacht omdat ook daar corona is. Minister De Jonge heeft dan wel gezegd dat er geen zorginstellingen hoeven  om te vallen, maar dat ontneemt je als toezicht niet de plicht om hier heel goed op te letten. Maar het gaat nog veel verder. Er ontstaan nieuwe intense samenwerkingen. Gaan instellingen hier op termijn mee verder? Welke impact heeft deze crisis maatschappelijk gezien, wat betekent het voor de samenleving? Het gaat niet alleen om, zorg, ook om welzijn voor de burgers.  Dat zijn allemaal vragen die op ons afkomen. Overigens hoeft dat lang niet allemaal negatief te zijn. Je ziet nu al dat er initiatieven ontstaan die eigenlijk nooit konden. Inzet van nieuwe technologie en beeldschermwerken in de zorg. Onder druk wordt alles vloeibaar. De crisis kan achteraf ook zeker tot gevolg hebben dat de zorg er beter door wordt. Maar hoe dan ook moet toezicht juist in deze fase bewust en alert zijn.’

U heeft ook een aantal tips geformuleerd voor toezichthouders in coronatijden. (Zie elders in dit magazine.) Een van die tips is: let op aansturing. Met name bij zelforganiserende teams is het belangrijk dat er een duidelijk plek is waar aansturing plaatsvindt. Let op de kwetsbaarheid ervan. ‘Wat ik ermee bedoel, is  niet dat zelfsturing buiten werking wordt gesteld. Wel dat je moet opletten dat teams en besturing juist nu op elkaar aangesloten blijft. Besluitvorming gaat nu zo snel. Ingrijpende beslissingen over het verplaatsen van groepen zieke bewoners worden bijvoorbeeld onder druk op een hoger niveau genomen of zelfs met organisaties op regioniveau geregeld,. Misschien worden teamleden wel zelf ziek en trekken ze het niet meer. Is er dan voldoende inzicht en de juiste actie om het team overeind te houden? En misschien moeten we tijdelijk wel even andere spelregels accepteren. Voor veel mensen is deze periode anders dan wat ze kennen. Geldt ook voor mij, trouwens. Ik moet maar even accepteren dat ik helaas geen werkbezoeken kan doen en op een andere manier zicht houd op de situatie.’

===

Lees hier de tien tips die Gabriëlle Verbeek formuleerde om toezicht in coronatijden beter te maken.