Einde raad van toezicht in zicht

Wet- en regelgeving
Wees alert op nieuwe regels voor tegenstrijdig belang en aansprakelijkheid

De in 2013 ingevoerde Wet Bestuur en Toezicht krijgt een vervolg met een wetsvoorstel voor rechtsvormen in de semipublieke sector: de raad van commissarissen moet de raad van toezicht gaan vervangen. Daarmee wordt gevolg gegeven aan een van de aanbevelingen van de Commissie-Halsema. Joost Kramer van JJK. corporate governance licht toe.

Met het wetsvoorstel Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR-2017) beoogt de overheid de kwaliteit van het bestuur en het toezicht in de semipublieke sector voor onder meer de vereniging, de stichting en de coöperatie te verbeteren. Het wetsvoorstel vindt grotendeels zijn oorsprong in het rapport Een lastig gesprek van de Commissie-Halsema (2013). Deze Commissie stelde vast dat de taakomschrijving en de aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders van verenigingen en stichtingen in de semipublieke sector een nadere concretisering in de wet behoeft.

Overzicht aangepaste regelingen

De volgende regelingen worden met de WBTR aangepast. Schematisch is weergegeven welke onderwerpen bij welk orgaan (bestuur en/of toezicht) en bij welke rechtspersoon van toepassing zijn. Met ‘commercieel’ wordt bedoeld: grotere commerciële verenigingen en stichtingen waarop reeds enkele regels van de vennootschappen nv en bv van toepassing zijn. Het schema hieronder beperkt zich tot de wijzigingen voor het toezichthoudend orgaan.

Wettelijk of juridisch?

Met de invoering van de WBTR gaat een aantal regelingen met betrekking tot bestuur en toezicht voor alle rechtspersonen gelden. In feite gaat het om een uitbreiding van de regeling voor nv’s en bv’s naar onder meer stichtingen en verenigingen en zet de wetgever het werk voort van de Wet Bestuur en Toezicht uit 2013 (om verwarring te voorkomen verder ‘WBT-2013’ genoemd). Het gaat dan om:

  • een algemene grondslag voor de raad van commissarissen (rvc in plaats van een raad van toezicht (rvt);
  • een uniforme norm- en taakstelling voor commissarissen, en:
  • de mogelijkheid tot het invoeren van het monistische bestuursmodel, de one tier board (zoals de WBT-2013 dit voor nv/bv introduceerde).

Rvt wordt juridisch rvc

Deze drie wettelijke wijzigingen zullen in de praktijk voor de meeste semipublieke organisaties geen wezenlijke verandering met zich meebrengen. Ze codificeren immers een bestaand juridisch kader (via sectorale wetgeving) waarbij toezicht op het bestuur reeds verplicht is. De grondslag van huidige rvt’s (en hun taak) is niet wettelijk, maar statutair. Juridisch zullen de meeste rvt’s gaan kwalificeren als rvc. In sommige sectoren blijft gescheiden bestuur en toezicht (two-tier board) de norm. Toch is het raadzaam om de interne rechtsorde (statuten en reglementen) onder de loep te nemen. Er zijn immers bepaalde juridische wijzigingen die maken dat deze documenten – en daarop gebaseerd het handelen van bestuur & toezicht - in strijd met de wet kunnen raken. Het invullen van taken en normen blijft een actueel onderwerp, ongeacht of dit een statutaire of wettelijke basis heeft.

Organisatiebelang voorop stellen

Het voorstel raakt bijvoorbeeld ook de discussie over publiek belang en de relatie intern-extern toezicht. De commissarissen moeten zich immers bij de vervulling van hun taak richten naar ‘het belang van de rechtspersoon en de daaraan verbonden onderneming of organisatie’. Primair het organisatiebelang en niet publieke of maatschappelijke belangen, zoals ook wel wordt betoogd.

Belangrijkste wijzigingen voor de praktijk 

De voorgestelde wettelijke veranderingen met betrekking tot:

  • de besluitvorming van de bestuurders en de commissarissen met een tegenstrijdig belang;
  • de interne aansprakelijkheid, de externe aansprakelijkheid, de misleidende jaarrekening;
  • de mogelijkheid tot ontslag van de commissaris door de rechtbank;

hebben daarentegen wel een wezenlijke uitwerking op de praktijk en de governance van ondernemingen.

Tegenstrijdige belangen

Voor de vereniging en coöperatie geldt nog steeds de zogenoemde ‘vertegenwoordigingsregel’. Voor stichtingen kent de wet op dit moment geen tegenstrijdig-belangregeling; het bestuur blijft bevoegd (aldus de rechtspraak). De diverse governancecodes zijn op dit punt niet eensluidend en soms zelfs in strijd met de nieuwe ‘besluitvormingsregeling’ van de WBTR. Deze laatste regel houdt dwingend in dat een bestuurder of commissaris met een tegenstrijdig belang niet deelneemt aan de beraadslaging en de besluitvorming over het betreffende onderwerp.

Aansprakelijkheid

Doordat de overheid de nadruk op aansprakelijkheid legt, moeten commissarissen met de invoering van de WBTR alert zijn. De persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheden zoals we die voor bestuurders kennen gaat voor alle commissarissen gelden. Er komen ook enkele bewijsvermoedens van onbehoorlijk bestuur en toezicht. Een gebrekkige administratie is er daar één van.

Ontslag van stichtingsbestuurder en commissaris

De rechtbank heeft de bevoegdheid om op vordering van een belanghebbende of het OM een bestuurder van een stichting te ontslaan. Deze ontslagregeling wordt ‘gemoderniseerd’ (lees verruimd) en ook van toepassing verklaard op commissarissen. Dit geldt ook voor het zogenoemde beroepsverbod; een ontslagen commissaris mag vijf jaar lang niet in een dergelijke functie benoemd worden. Het is nog onduidelijk wat dit betekent voor overige functies, zoals een primaire betrekking als bestuurder.

Governance-check

Een periodieke governance-check kan nooit kwaad. Zeker niet nu na de zomer de evaluatie van de WBT-2013 wordt verwacht en de WBTR verder wordt behandeld. De wettelijke verankeringen duiden op een veranderend juridisch kader. Zaken als tegenstrijdige belangen en aansprakelijkheden zijn reeds zeer relevant. Genezen is daarbij geen optie, voorkomen wel.

Klik hier voor contact met Joost Kramer.