'De auditcommissie kan helpen bij de kritische houding van de accountant'

Interview

‘Auditcommissies zijn zoekende’, signaleert hoogleraar Anna Gold. Haar onderzoek helpt hen om effectiever met de accountant te communiceren. Auke de Bos, partner Assurance van EY Nederland, ging met Gold in gesprek. ‘Accountants ervaren het als productief als de auditcommissie betrokkenheid toont en zich onafhankelijk opstelt ten opzichte van het management.’

Op dit moment gaat veel aandacht uit naar de gehele verslaggevingsketen en dus ook naar de rol van de auditcommissie. Er zijn regelmatig geluiden te horen dat bestuur en auditcommissie samen een front vormen, waar de accountant tegenin moet gaan. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. De auditcommissie moet de accountant juist ondersteunen. De vraag is hoe dat in de praktijk werkt. Binnen het wetenschappelijk onderzoek is al wat langer aandacht voor de relatie tussen auditcommissie en accountant. De meeste studies kijken echter vooral hoe de kwaliteit van de auditcommissie samenhangt met de verslaggeving. De interactie met de accountant komt daarin niet expliciet uit de verf. Toch is juist deze interactie een hot topic. Anna Gold, hoogleraar Auditing aan de Vrije Universiteit Amsterdam, verricht op dit moment onderzoek naar deze relatie.

Gold kijkt daarbij met name naar de steun die de accountant van de commissie krijgt. Hoe beïnvloedt dit de positief-kritische houding van de accountant en de controlekwaliteit? Dat effect is positief, stelt ze. Daarbij zijn de drie belangrijkste vormen van support: de onafhankelijke opstelling ten opzichte van het management, beschikbaar en benaderbaar zijn voor de accountant en proactief vragen stellen aan de accountant. Opmerkelijk is dat het effect nog sterker is als de partner die support communiceert dan bij directe communicatie door de auditcommissie. De learnings vormen belangrijke aandachtspunten die een plek verdienen op de agenda van de auditcommissie, aldus Gold.

Jullie kijken met name naar de invloed op de professioneel-kritische houding van de accountant?

‘Ik werk samen met Tammie Schaefer van de University of Missouri en Joe Brazel van NC State University die al behoorlijk wat onderzoek hebben gedaan naar de professioneel-kritische houding van de accountant. Die houding is essentieel voor een adequate controle. Zij hebben onder andere gekeken naar de manier waarop accountants zich gedragen als ze weten dat ze worden beoordeeld op basis van hun kritische houding. De resultaten tonen aan dat accountants een negatieve beoordeling krijgen als ze kritische werkzaamheden uitvoeren maar daarmee geen problemen ontdekken. Dat doen reviewers natuurlijk niet bewust. Er staat nergens in beoordelingsformulieren dat je dergelijke gevolgen moet afstraffen. Toch kan het gevolg zijn dat accountants minder kritisch gaan optreden. Dat is niet verstandig.’

Hoe past jullie onderzoek in dit stramien?

‘Er wordt nog steeds snel geroepen: wat kunnen en moeten accountants doen? Misschien moeten we veel breder kijken, in de hele keten. Wat kunnen we daarvan eisen en verwachten? De auditcommissie lijkt daarvoor een aangewezen kandidaat. Als de accountant vooraf weet dat een cliënt een sterke auditcommissie heeft, die de accountant steunt bij eventuele meningsverschillen met de cliënt, dan leidt dat mogelijk tot een grotere drive bij de accountant om kritisch op te treden. Dat zou een heel effectief mechanisme kunnen zijn. Ik denk dat auditcommissies zelf op dit gebied ook een beetje zoekend zijn. Wat kunnen ze doen om de kwaliteit van de accountantscontrole te bevorderen? Welke rol moeten ze pakken? De accountant moet indien nodig natuurlijk het conflict opzoeken, maar ik denk dat de accountant daarin beter gefaciliteerd kan worden. Het helpt voor de professioneel-kritische houding enorm als de accountant steun ervaart van de auditcommissie als hij in gesprek moet met het bestuur.’

Hoeveel steun ervaren accountants op dit moment van de auditcommissie?

‘Voor ons onderzoek hebben we zowel een experiment als een survey gedaan. De survey vond plaats onder 150 auditcommissieleden in Nederland en de Verenigde Staten. We zien behoorlijk wat variatie in de mate van steun die accountants ervaren van de auditcommissie. Het is een beetje 50-50.’

Verstaan jullie onder ‘steun van de auditcommissie’ het verbeteren van de controle door hulp van de auditcommissie? Of puur dat de accountant kan doen wat hij van plan is?

‘We zien het allebei. Kunnen doen wat de accountant van plan is, hangt vooral samen met het ervaren van steun van de auditcommissie als er meningsverschillen zijn met het bestuur. We hebben echter ook naar andere voorbeelden van steun gevraagd. Accountants noemen daar vooral dat de auditcommissie beschikbaar is voor vragen, belangstelling toont voor de rol van de accountant, maar ook proactief vragen stelt aan de accountant om goed te kijken naar bepaalde zaken. Vooral dat laatste is belangrijk voor het versterkende effect van de kwaliteit van de accountantscontrole. Als de auditcommissie iets belangrijk vindt, dan biedt dat ruimte voor de accountant om de scope uit te breiden, iets wat zonder een concrete vraag vanuit de auditcommissie misschien niet zou gebeuren. De drie belangrijkste manieren van support zijn dus de onafhankelijke opstelling ten opzichte van het management, beschikbaar en benaderbaar zijn voor de accountant en proactief vragen stellen aan de accountant.’

Een belangrijke invalshoek van jullie experiment is de communicatie tussen auditcommissie en accountant?

‘We hebben onderzocht hoe je de communicatie met de auditcommissie in de praktijk zou moeten invullen. Een aandachtspunt is dat de accountants onder het niveau van partner, director en senior manager eigenlijk niet in aanraking komen met de auditcommissie. We vroegen ons af of regelmatig contact tussen auditcommissie en auditteamleden op alle niveaus, en het communiceren van het belang dat de auditcommissie hecht aan de controle, kan bijdragen aan de professioneel-kritische houding van de accountant. Als variant hierop hebben we onderzocht hoe die positieve aandacht van de auditcommissie werkt als die niet rechtstreeks door de auditcommissie, maar via de partner wordt gecommuniceerd. De hoofdvraag is dus of het iets uitmaakt of de auditcommissie actief haar support communiceert. En de tweede vraag is of de manier waarop dat gebeurt – direct of indirect – invloed heeft.’

Wat waren de uitkomsten?

‘Het professioneel-kritische gedrag neemt toe als de auditcommissie aangeeft support te verlenen. Vreemd genoeg is er een sterker effect als de partner dat communiceert dan bij directe communicatie door de auditcommissie. Deze uitkomsten zijn echter nog pril. We hebben daarnaast nog een tweede fenomeen onderzocht. We hebben gekeken naar de attitude van het management en de staf bij de klant. Daarvan hebben we twee versies onderzocht. In het eerste geval bestond de klant uit vriendelijke behulpzame mensen. In de tweede conditie waren het vooral vervelende, onvriendelijke types. Hoe beïnvloedt dat het werk van de accountant? Leidt tegenwerking tot een meer kritische houding of juist niet? De voorlopige resultaten laten zien dat accountants de confrontatie met de onvriendelijke mensen vermijden. De accountants zijn zich daarvan echter niet bewust. Dat is heel interessant, want wat doet dat met de controlekwaliteit? Het is overigens wel goed om te zien dat support vanuit de auditcommissie de invloed van een onvriendelijke klant vermindert.’

Wat zou u auditcommissies willen meegeven op basis van uw onderzoek?

‘Accountants ervaren het als productief als de auditcommissie betrokkenheid toont en zich onafhankelijk opstelt ten opzichte van het management. Ons experiment toont bovendien aan dat ondersteuning vanuit de auditcommissie een positieve invloed heeft op de controlekwaliteit. Ook ziet de auditcommissie mogelijk zaken die de accountant niet ziet, maar die wel belangrijk kunnen zijn. Al deze zaken vormen belangrijke aandachtspunten voor de auditcommissie die een plek verdienen op de agenda.’

Anna Gold is hoogleraar Auditing aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze studeerde communicatiewetenschappen aan de Jönköping University (Zweden) en aan de Universiteit van Amsterdam. Ze heeft ook een aanstelling aan de Norwegian School of Economics in Bergen.

Klik hier voor contact met Auke de Bos.