Corporate purpose

De onderneming als verantwoordelijke burger, een taak voor de toezichthouder?

De samenleving verwacht dat ondernemingen zich steeds meer rekenschap geven van de consequenties van hun handelen. Dit onderwerp verdient een prominente plek op de agenda van de raad van commissarissen, bepleit Maarten Appels van Van Doorne. ‘Het gesprek dient met bestuur en de werknemers gevoerd te worden om gezamenlijk te komen tot uitgangspunten hoe de onderneming zich dient te gedragen en wat het ‘corporate purpose’ van de onderneming is.’ 

Op woensdag 9 september vond een virtuele debatmiddag plaats van het Zuidas instituut voor Financieel recht en Ondernemingsrecht (ZIFO) met als onderwerp ‘Zorgplicht of verantwoordelijke deelname’. Dit onderwerp komt niet helemaal uit de lucht vallen en volgt op de recente pleidooi van een groep van 25 hoogleraren onder leiding van Jaap Winter die er voor pleiten in de wet op te nemen dat bestuurders en commissarissen zich gedragen als verantwoorde burgers en de discussie die hierop volgde. Bestuurders zouden bij wet verplicht moeten worden moeten hun bedrijf als een ‘verantwoordelijke vennootschap’ te laten opereren, commissarissen moeten daarop toezien. Aanleiding voor deze oproep is de constatering dat het bedrijfsleven steeds meer op afstand van de samenleving is komen te staan en dat het publieke vertrouwen in ondernemingen onder druk staat. Een wettelijke verankering van deze maatschappelijke verplichting zou kunnen bijdragen aan het herstel van vertrouwen door de samenleving.  

Verantwoord ondernemen

Het pleidooi van de groep Winter staat niet op zich. Zowel nationaal als wereldwijd is een tendens waarneembaar waarbij steeds vaker wordt opgeroepen tot het herzien van de manier waarop veel ondernemingen in de dagelijkse praktijk sturen op financiële doelstellingen in het belang van aandeelhouders en daarbij te weinig oog hebben voor de gevolgen van het handelen. Deze discussie is recentelijk ook gevoerd bij het toekennen van overheidssteun aan ondernemingen om deze door de COVID-19 crisis te loodsen. Hoe verhoudt het ontvangen van overheidssteun zich tot het (blijven) uitkeren van bonussen, dividend of het structuren van de onderneming via belastingparadijzen, is dit ethisch verantwoord en valt dit uit te leggen aan de samenleving? Of neem de prijsstelling van in crisistijd schaarse goederen. Kan een producent van bijvoorbeeld mondkapjes de prijzen substantieel verhogen om hierdoor een boekhoudkundig schitterend (financieel) bedrijfsresultaat te behalen, is dit toegestaan met de marktwerking als argument of is dit moreel verwerpelijk? Mooi voorbeeld van verantwoord ondernemerschap is Philips. Philips is producent van medische apparatuur waaronder beademingsapparatuur. Daar was een groot tekort aan eerder dit jaar. Ondanks de wetenschap van schaarste en hierdoor de business opportunity om gegarandeerd beademingsapparatuur te kunnen verkopen tegen hoge prijzen, heeft Philips er bewust voor gekozen de prijzen niet aan te passen en zelfs de productiecapaciteit te verhogen om deze apparatuur beschikbaar te stellen voor de samenleving.

Corporate purpose

Een ander door groep Winter geopperd voorstel is het statutair verankeren van het bestaansrecht van de onderneming, ook wel ‘corporate purpose’  genoemd. Wat is doel van de onderneming en hoe draagt de onderneming bij aan de maatschappij als geheel? Deze gedachte is niet nieuw. Zo kent Frankrijk bijvoorbeeld de Raison d' être op grond waarvan ondernemingen het uiteindelijke doel van de onderneming kunnen verankeren. Verschillende ondernemingen hebben reeds gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.

Rol voor de toezichthouder?

Wat er ook zij van de discussie ten aanzien van het al dan niet wettelijk verankeren van de maatschappelijke betrokkenheid van de onderneming is één ding duidelijk: de samenleving verwacht dat ondernemingen zich steeds meer rekenschap geven van de consequenties van hun handelen. Niet alleen de financiële consequenties op korte termijn maar ook de niet-financiële consequenties op lange termijn. Hier ligt in het bijzonder een belangrijke rol voor de raad van commissarissen. De raad van commissarissen is immers betrokken bij de totstandkoming van de strategie en houdt toezicht op de realisatie van strategie. Ook fungeert de raad van commissarissen als ‘werkgever’ van het bestuur en is de raad van commissarissen verantwoordelijk voor het beloningsbeleid van het bestuur. Vooral bij het vaststellen van de prestaties die gelden voor het al dan niet toekennen van variabele beloning dient de raad van commissarissen zich rekenschap te geven dat niet enkel financiële doelstellingen gerealiseerd dienen te worden, tevens dient gewaarborgd te worden dat de onderneming zich gedraagt als een verantwoordelijke burger. Hoe een onderneming zich in de praktijk dient te gedragen als verantwoordelijke burger zal per onderneming en per branche verschillen. Eén ding is in ieder geval zeker: dit onderwerp verdient een prominente plek op de agenda en het gesprek dient met bestuur en de werknemers gevoerd te worden om gezamenlijk te komen tot uitgangspunten hoe de onderneming zich dient te gedragen en wat het 'corporate purpose' van de onderneming is.

Voor direct contact met Maarten Appels, kijk hier.