Boekbespreking

Speciaal voor de niet-financiële toezichthouders

Financiën voor commissarissen en toezichthouders is een nuttig boek, maar een aantal relevante vragen blijft onbesproken, constateert onze vast recensent Jacques Gerards van Best Advies.

Of de commissarissen toezien op een bedrijf dat financieel resultaat (rendement of winst) ten doel heeft, dan wel op een organisatie die financiën als middel inzet voor een of meerdere andere doelen, in alle gevallen dienen zij de omgang met en de inzet van financiën te kunnen beoordelen. Dat betekent dat zij ten minste dienen te beschikken over een basale kennis hiervan. Daarom zijn er al sedert de jaren negentig vorige eeuw cursussen voor de ‘niet-financiële profielen’ in de raden van commissarissen of toezicht. De twee auteurs van het boek Financiën voor commissarissen en toezichthouders (Mieke Pigeaud-Wijdeveld en Carla van der Weerdt-Norder) geven dit soort cursussen. Deelnemers daaraan waren de aanleiding tot het schrijven van hun boek waarin zij de basisbegrippen aandragen waarmee de toezichthouders inzicht krijgen in de (belangrijkste) financiële aspecten van hun toezicht.

Denkraam ontbreekt

Juist voor ‘niet-financiële’ toezichthouders is een inzichtelijk denkraam wat betreft het toezicht op financiën van belang. Het boek bestaat uit de behandeling van een reeks aspecten die zowel wat de theoretische inhoud als de praktische aanpak (met uiterst bruikbare aandachtspunten) goed uit de verf komen, maar biedt niet zo’n denkraam aan. Daarmee komen deze aspecten teveel losstaand en te weinig gekaderd aan de orde. Toezicht op financiën is immers een drieslag van toezicht op:

  • het strategisch niveau (het niveau van de resultaten voor nu en voor de toekomst);
  • het beleidsmatig niveau (het niveau van de doelen, waarvoor de financiën worden ingezet en met welk beleidskeuzen dit geschied);
  • het beheerniveau (het niveau van planning, uitvoering, controle, evaluatie en verantwoording van de omgang met de financiën).

Integraal toezicht

Deze drieslag vormt de inhoud van het toezicht. Daarmee zijn de toezichthouders er nog niet, want zij organiseren het toezicht op financiën (in wezen eveneens een stuk beheer, maar dan van het toezicht zelf). Denk hierbij bijvoorbeeld aan de inzet van afspraken over investeringen, een treasury statuut, vermogensbeheer of de inzet van een auditcommissie. Vervolgens dienen zij hun toezicht op de financiën als onderdeel van hun integrale toezicht te verantwoorden. Kijk de lezer met behulp van dit denkraam naar de inhoud van het boek, valt op dat het strategisch niveau slecht gedeeltelijk aan bod komt. Menig toezichthouder zal liever van toezicht spreken op resultaten- en risicomanagement. Het beleidsniveau wordt evenzeer beperkt behandeld. Daarentegen komt het beheerniveau ruim aan bod: planning- & controlcyclus, financiële kengetallen, treasury en het jaarverslag. Het organiseren van het toezicht is niet vergeten: de auditcommissie, de voorbereiding op een commissariaat en de verantwoording van het toezicht.

Relevante vragen

Door de aanpak – beschrijven van een aantal financiële aspecten – komen de voor toezichthouders relevante vragen wat deze aspecten betreft helder over het voetlicht. Consequentie van deze aanpak is dat een aantal andere relevante vragen onbesproken blijven. Bijvoorbeeld de koppeling van de doelen van het financiële beleid aan de beleidsdoelen van het bedrijf of de organisatie, de doelen van het financieringsbeleid, de efficiency en het kostenbewustzijn of de beveiliging van de financiën.

Geïnteresseerd in het boek? Kijk hier.